Ontwikkelen begint op de mat

Visie op bewegingsvrijheid van het jonge kind

 

Vanuit de dagelijkse dagverblijf praktijk ben ik de afgelopen jaren gewend geraakt om baby's veel vaker op de grond te leggen. Alleen de aller kleinste baby's spelen in de box. Vanaf gemiddeld vier maanden spelen de meeste baby's binnen onze babyopvang op de matten. We hebben een sterke visie op de bewegingsvrijheid van het kind en die geven we ze door ook jonge kinderen op de grond te leggen. Wanneer kinderen op de grond zijn ervaren ze de ruimte, voelen ze de vloer en ervaren ze beter de mogelijkheden van hun lichaam door de harde ondergrond. Een harde ondergrond en het speelgoed om de baby's heen (i.p.v. een muziekmobiel boven de box) zorgt er ook voor dat baby's minder snel een plat achterhoofd krijgen. Doordat de baby heen en weer beweegt met zijn hoofd op de harde ondergrond wordt de schedel gemasseerd en neemt de kans op een plat achterhoofd af. Daarnaast helpt natuurlijk de afwisseling van rug-, buik,- en zijligging ook sterk tegen de kans op een plat achterhoofd.

 

Prikkel arme omgeving

Om baby's zo rustig mogelijk te laten wennen aan hun leef-/opvangomgeving kiezen wij ervoor om geen muziekmobiel of ander speelgoed boven de baby's te hangen. Door het speelgoed om te baby heen leggen kunnen ze zelf speelgoed pakken en voelen en dus ook wegkijken wanneer ze dat willen. Entertainment van 'bovenaf' geeft kinderen geen keuzevrijheid en zorgt er eerder voor dat kinderen overprikkeld raken. Door overprikkeling hebben jonge kinderen moeite die prikkels te verwerken, komen moeilijker tot rust waardoor ze vervolgens moeizamer drinken en slechter in slaap vallen.

 

Het gebruik van de 'babygym'

In de jaren 80 a 90 werd er binnen de kinderopvang veelvuldig gebruik gemaakt van de 'babygym'. Misschien ken je het wel een speelrekje wat over de baby wordt gezet. Als je het aan ons babyleidsters vraag dan vinden wij dit een achterhaalde manier van werken.  Vanaf 2010 zijn wij gestopt met het gebruik van de ‘babygym’. Kinderen hebben bij een ‘babygym’ vaak een beperkte keuze- en bewegingsvrijheid. Als een baby ‘er zat van is’ kan de baby alleen bij de ‘babygym’ weg als A hij wordt weggehaald door zijn leidster of B als hij zelf goed genoeg kan bewegen om eronder vandaan te rollen of kruipen. Niet meer van deze tijd. Kinderen hebben bewegingsvrijheid nodig waardoor ze de mogelijkheden van hun lichaam ontdekken, zelf kunnen kiezen waarmee ze gaan spelen of waar ze naartoe gaan rollen, tijgeren of kruipen en daardoor vanzelf alle stappen van onder andere de motorische ontwikkeling doorlopen.

 

Kind volgend werken 

Ieder kind is anders en heeft dan ook gedurende de dag andere behoeftes. Aan ons opvoeders de taak om die behoeftes te signaleren en te vervullen. Dit noemen we binnen de babyopvang kind volgend werken. Binnen de structuur en de rituelen van eten, drinken, slapen, spelen en het geven van individuele aandacht is er ruimte om kinderen bijvoorbeeld een keer extra pap, fruithap of drinken te geven. Kind volgend werken is ook kinderen volgen in hun motorische ontwikkeling. Dit betekend dat we kinderen niet in houdingen zetten waar het kind nog niet aan toe is. Denk aan de zithouding van kinderen. Zit een kind nog niet uit zichzelf? Stel gebruik van stoeltjes dan nog even uit. De ruggengraad van het kind is nog niet zover. Nog even geduld. Jonge kinderen leren sneller zitten wanneer ze veel op de grond spelen en wanneer ze kruipbewegingen afwisselen met 'zij zit' en 'ondersteunde zij zit' bewegingen.

 

Sarah Koopman - bedenker van dekinderenvannu.nl - Pedagogisch Medewerker en Docent Gezondheidszorg & Welzijn -


Ontwikkeling begint op de vloer

 

 

 

DE VLOER

 

De tijd die een baby in zijn eerste levensjaar doorbrengt met de op de grond in vrijheid te bewegen en zijn wereld te ontdekken, zal hem het vertrouwen in zijn lichaam geven wanneer hij ouder wordt. Daarom moet de vloer het eerste speelterrein zijn van het kind.

 

 

Tegenwoordig staat in elk tijdschrift wel een artikel over dieet en fitness die onze gezondheid, schoonheid en geluk zouden bevorderen. Maar terwijl volwassenen steeds meer het nut in gaan zien van gezond leven met voldoende beweging, blijken onze kinderen steeds minder te bewegen. Ouders zouden hun kinderen kunnen helpen door ervoor te zorgen dat zij als baby veel tijd spelend op de vloer kunnen doorbrengen.

 

 

De wipstoeltjes en maxi-cosi’s zijn voor ouders erg handig en praktisch maar mogen in feite nooit de tijd vervangen die een kind elke dag spelend op de grond doorbrengt. Door de vrijheid van het bewegen krijgt het kind de mogelijkheid tot ontdekking, wat niet ervaren kan worden vanuit een wipstoeltje, maxi-cosi of andere zithouding.

 

 

Als de baby op zijn buik op de grond ligt, zal dit hem stimuleren om zijn hoofd omhoog te houden. Hoofdcontrole is een belangrijke voorloper van de meer complexe oogbewegingen die in een later stadium nodig zijn om te lezen en schrijven. Goede spierspanning wordt ontwikkeld door schoppen en stompen in de lucht en door de constante herhaling van deze bewegingen. Een wat oudere baby zal leren om zich van zijn buik op zijn rug te rollen en uiteindelijk ook leren zitten vanuit zijn positie op de vloer. Elk van deze stadia helpt hem bij het onder controle krijgen van verschillende delen van zijn lichaam, zodat hij uiteindelijk in staat zal zijn om zijn hoofd de ene kant op te draaien terwijl hij zijn arm de ander kant op beweegt. Dit is later nodig om te leren schrijven op school.

 

Om te kunnen gaan zitten moet de baby eerst allerlei stadia van ontwikkeling doormaken, waarvan elke stap een bouwsteen vormt voor de coördinatie in het verder leven. Ook helpt dit spelen op de grond bij het tot stand brengen van belangrijke verbindingen binnenin het centrale zenuwstelsel. Wanneer een baby dus altijd naar in de zittende positie geplaatst wordt door ouders, verzorgers of ander opvoeders in de omgeving van het jonge kind, zal hij deze stadia niet doorlopen en kan hij bang worden om te vallen omdat hij de parachutereflex niet ontwikkeld heeft. Dit reflex helpt hem om rechtop te blijven zitten of voorkomt dat hij omvalt.

 

 

 

REFLEXEN

 

Reflexen zijn niet-aangeleerde onwillekeurige bewegingen die de baby als reactie vertoont op bepaalde prikkels vanuit zijn omgeving. Sommige van deze reflexen zijn cruciaal om te kunnen overleven in de eerste paar weken van het leven.

 

 

De Moro-refelx wordt geactiveerd door een onverwacht hard geluid. Klapt u maar eens onverwacht in de handen in de buurt van de baby, of leg het kind op zijn ruggetje in de handen, ondersteun het hoofdje en laat dan plotseling het hoofdje iets ‘vallen’. De moro-reflex zorgt er dan voor dat hij zijn armen omhoog en uiteen gooit, alsof hij iets wil vastpakken. Daarna komen de armen weer bijeen over de borst en geeft hij een luide schreeuw. Hierdoor zorgt hij ervoor dat er functies en spiergroepen samenwerken zonder het continu bijstellen van de lichaamshouding en hierdoor is dan de volwassen houdingscontrole zichtbaar. Het vermogen om stil te staan/zitten, is verbonden met het vermogen om op te letten. Een kind dat niet stil kan zitten, weet instinctief dat hij nog aan zijn evenwicht moet werken.

 

 

 

Bron: Instituut voor Neuro Fysiologische Psychologie (INFP), april 2002